Ik ga me alleen beperken tot vim.
Als je vim kent, dan moet je ook met vi overweg kunnen, als dat je enige optie blijkt te zijn.
Vim heeft een beetje een rare manier van werken, waar je even aan moet wennen.
Maar als je dat eenmaal gewend bent, dan zul je die manier van werken in heel veel andere applicaties terugvinden.
Ik ga, voor de verandering, niet zelf uitleggen hoe vim werkt.
Er bestaat namelijk een speciaal programma, wat je stap voor stap leert werken met vim.
Dat programma heet vimtutor, wat meestal automatisch wordt mee geïnstalleerd met vim zelf.
Start dus gewoon het programma vimtutor, en je wordt bij de hand genomen om een vim expert te worden.
Waarom zou je vim willen leren wanneer nano veel simpeler werkt? Op sommige specifieke installaties van Linux is nano niet beschikbaar bijvoorbeeld. Ook is het in sommige situaties niet handig om met nano te werken. Bijvoorbeeld als je een webbrowser gebruikt om in een Linux shell te werken. Als je in nano iets wilt zoeken gebruik je Ctrl-W. De webbrowser wil dan het huidige venster sluiten. Daar gaat je terminal. Voor het zoeken is F6 een alternatief. Maar er zijn meerdere Ctrl-toetscombinaties die in een webbrowser problemen op kunnen leveren. En dan kan vim je dag redden.
Een klein weetje. Vim is geschreven door de wijlen Nederlander Bram Moolenaar, die niet tevreden was met vi als tekstverwerker. Dat is de kracht van open-source software. Je kunt zomaar wereldberoemd worden door een programma van een ander te verbeteren.
Er bestaat ook een alternatief voor VScode, wat gebruikt maakt van vim. Dat is NeoVim. Als je echt professional wil worden, is dat de volgende stap die je kunt zetten.